Rechten en plichten

Ouderlijk gezag

In Nederland staan alle minderjarigen onder gezag. Dit betekent dat zij bepaalde beslissingen niet zelfstandig mogen nemen. Meestal oefent een van de ouders het gezag uit, maar ook een niet-ouder kan gezag over een kind hebben.

1 Indien beide ouders (of voogden)gezag hebben

Kinderen tot 12 jaar 
Beide ouders moeten toestemming geven
Ouders krijgen alle informatie, het kind krijgt duidelijke en heldere uitleg
Indien één van beide ouders geen toestemming geeft, dan volgt geen onderzoek/behandeling.

Kinderen van 12 – 16 jaar 
Zowel kind als beide ouders moeten toestemming geven
Indien ouders wel toestemming geven maar het kind niet: Dan geen onderzoek/behandeling
Indien ouders geen toestemming geven maar het kind wel: Behandelaar kan beslissen om wel onderzoek/behandeling te doen in het belang van het kind
Zowel ouders als kind hebben recht op volledige informatie (dossier)
Indien één van beide ouders geen toestemming geeft: Er volgt geen onderzoek/behandeling.

Kinderen vanaf 16 jaar
Vanaf 16 jaar heeft de jongere geen toestemming nodig van de ouders (behalve bij opname kliniek), de jongere moet zelf toestemming geven en heeft recht op volledige informatie. Daarnaast moet de jongere toestemming geven voor het verstrekken van informatie aan de ouders.

2 Indien één niet gezagsdragende ouder

Kinderen tot 12 jaar 
Geen toestemming nodig van niet gezagsdrager.
Niet gezagsdrager heeft recht op beperkte informatie over het kind; hij/zij moet zelf initiatief nemen om informatie te ontvangen.Behandelaar verstrekt dan feitelijke en globale informatie (zoals ziektebeeld, behandelplan). Het belang van het kind staat hierbij altijd centraal.
Er wordt geen informatie gegeven over de andere ouder.
Niet gezagsdrager heeft geen recht op inzage van het dossier.

Kinderen van 12 – 16 jaar
Zie ‘ Kinderen tot 12 jaar’ → indien de niet gezagsdrager om informatie vraagt, dan wordt deze in principe gegeven, behalve als het kind hier zelf bezwaar tegen maakt en/of de hulpverlener beslist dit niet te doen in het belang van het kind.

Kinderen vanaf 16 jaar
Indien niet gezagsdrager om informatie vraagt, dan wordt deze niet gegeven tenzij de jongere hiervoor toestemming geeft.

3 Met betrekking tot inzage dossier(s)

Voor de volledigheid verwijzen wij naar artikel 456 van de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO): De hulpverlener verstrekt aan de patiënt desgevraagd zo spoedig mogelijk inzage in en afschrift van de bescheiden, bedoeld in artikel 454. De verstrekking blijft achterwege voor zover dit noodzakelijk is in het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van een ander.